Op 22 november 2019 bevestigde de Hoge Raad dat het lage btw-tarief van toepassing is op het ter beschikking stellen van kajuitzeiljachten, vanuit een sportaccommodatie en met ‘aanvullend dienstbetoon’ (zoals het geven van instructies ten aanzien van het gebruik van het jacht en de weersvoorspellingen); een oordeel waar de belanghebbende lang op moest wachten.
In de praktijk blijkt het oordeel van de Hoge Raad echter nog lang niet in alle gevallen gevolgd te worden door de Belastingdienst. De reden hiervan is, dat de Hoge Raad zijn oordeel zonder nadere motivering heeft geveld; een zogenoemd ‘artikel 81 RO arrest’. Om toch grip te kunnen krijgen op de inhoud van het oordeel van de Hoge Raad, gaan wij in dit artikel in op de vraag wat dit art. 81 RO-arrest naar onze mening betekent, op basis van de door de partijen ingebrachte argumenten.
Bron: mr. Iris Duinker, drs. Klaas Dijkstra, “Art. 81 RO-arrest leidt tot verlaagd btw-tarief op verhuur kajuitzeiljachten”, BTW bulletin 2020/9, Afl. 2, februari 2020, pp. 3 – 6.